Verscholen in een klein steegje in de Brugse binnenstand, vlakbij het Belfort en zijn 47 welluidende klokken, ligt een van de oudste horecazaken van het land. De verdoken parel laat fijnproevers genieten van 130 bekende en minder bekende kwaliteitsbieren, wijnen en stevige borrels. Op de drankkaart staat er ook één opvallende naam: de Garre Tripel. Die wordt uitsluitend geserveerd in de gelijkaardige staminee: De Garre.
Het café is een unieke staminee die zowel door toeristen als bewoners enorm gesmaakt wordt. In het bierhuis worden streekbieren, tapbieren, abdijbieren en bieren van de tap opgediend. Het eigen huisbier, de tripel van De Garre, is nergens anders in West-Vlaanderen te vinden. Een slok is goed voor zo’n 11% alocohol en heeft een dikke schuimkraag. Experts zijn er zot van, en dat is niet alleen te danken aan de exclusiviteit van het bier.
Kleinste straatje
De ligging van het café is misschien wel de meest unieke die we ooit zagen. Netjes verstopt in een van de kleinste straatjes van Brugge, in een eeuwenoud gebouw waar de tijd lijkt teruggedraaid. Garre betekent overigens ‘spleet’ in het Brugse dialect, een verwijzing naar het smalle, nauwe straatje waarin de zaak zich bevindt. De muziek is aangepast aan de sfeer waar de klanten in ondergedompeld worden. Net luid genoeg om de drukte van het centrum te overstemmen.